Op donderdag 2 februari organiseerde de EUR, WRR en Gemeente Rotterdam de conferentie Gedragswetenschap en beleid: de volgende stap. Een heel relevant onderwerp, zeker voor het Behavioural Insights Netwerk Nederland. Waar staan we nu? Welke volgende stappen kunnen we zetten zodat gedragskennis wordt meegenomen in beleid en uitvoering? We vragen dit jaar enkele wetenschappers om hun visie op de toekomst, te beginnen met professor Will Tiemeijer (WRR/EUR), initiator van de conferentie én bijzonder hoogleraar gedragswetenschap en beleid.
We zijn goed op weg. Tien jaar geleden was ‘gedragskennis’ nog een obscure hobby van een paar vreemde vogels bij de overheid. Inmiddels is het uitgegroeid tot een breed geaccepteerde expertise en hebben veel overheidsorganisaties gedragsdeskundigen in dienst genomen. De actualiteit van de laatste jaren heeft ook zeker geholpen. Alle turbulentie rond uitvoering en toeslagen heeft een sterke impuls gegeven aan de aandacht voor de doenlijkheid van beleid, terwijl de pandemie heel Nederland heeft duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is gedrag te begrijpen. Want zoals premier Rutte zei: “Alleen met ons gedrag kunnen we het virus terugdringen.”
Ik zou graag willen dat gedragswetenschappelijke adviseurs niet pas worden ingeschakeld nadat het beleid en de regels zijn vastgesteld, maar al vanaf het prille begin aan tafel zitten. Dus al bij de eerste analyse van wat nu eigenlijk de maatschappelijke problemen zijn en welke beleidsopties je zou kunnen overwegen. Ik ben ervan overtuigd dat je de tegenwoordige samenleving alleen goed kunt begrijpen en besturen als je ook het psychologische perspectief betrekt.
Gedragsdeskundigen moeten actief de boer op en een voet tussen de deur zien te krijgen bij de tafels waar de grote besluiten worden genomen. En bereid je dan goed voor. Verdiep je in de problemen en opgaven van de mensen die je aan die tafel zult treffen, en zorg dat je een paar rake observaties, inzichten of voorstellen paraat hebt, die je op het juiste uit je mouw kunt schudden. Kennis alleen is niet genoeg, het gaat ook om ‘ambtelijk vernuft’. Het zou overigens makkelijker zijn om die voet tussen de deur te krijgen als beleidsmakers ook een formele plicht hebben om beleid en uitvoering te toetsen op gedragsinzichten.
Investeer in goed onderzoek onder de burgers waar het om gaat. Zorg dat je solide data hebt over wat mensen willen, weten en kunnen, over wat wel werkt en wat niet. Een dergelijke kennis is essentieel om tot goede oplossingen te komen. Mijn ervaring is dat beleidsmakers met een meer bestuurlijke, juridische of economische achtergrond of verantwoordelijkheid niet altijd over die kennis beschikken maar er wel voor open staan. Daar kunnen gedragswetenschappers een unieke meerwaarde leveren.
Marijn de Bruin van de gedragsunit van het RIVM. Hij vervulde een sleutelrol tijdens de pandemie en heeft toen ontzettend veel gezien en gedaan. Ik hoorde hem onlangs zeggen dat hij het belangrijk vindt dat gedragswetenschappers- en adviseurs minder versnipperd opereren en meer gaan samenwerken. Ik zou hem graag willen vragen waarom hij dat vindt én hoe we dat zouden kunnen bevorderen.
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.