Woningverduurzaming met spaarbonus

ProfielfotoThomas Dirkmaat 17-12-2021

Onderzocht is in hoeverre woningeigenaren een Spaarbonus Woningverduurzaming een aantrekkelijke optie vinden voor de financiering van verduurzamingsmaatregelen. Het overgrote deel (65%-70%) van de deelnemers geeft er de voorkeur aan hun huidige spaargeld te gebruiken om hun woning te verduurzamen.

Onderwerp

Duurzaamheid
Financiën
Consumenten

Betrokken overheidsorganisatie(s)

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Gebruikte gedragstechnieken

Commitment
Deadlines
Verliesaversie
Overig

A-selecte toewijzing aan condities?

Ja

Kanaal interventieconditie(s)

Overig

Aanleiding: eigenaren die hun woning willen verduurzamen, staan voor kosten

In 2050 moeten circa 7 miljoen huizen worden verduurzaamd in Nederland. De geschatte kosten van woningverduurzaming lopen uiteen van 10.000-50.000 euro per huishouden. Particuliere woningeigenaren staan hierdoor voor aanzienlijke kosten. De huidige subsidies richten zich op woningeigenaren die al over financiële middelen beschikken. Anderen beschikken hier nog niet over en sparen liever dan dat ze lenen voor de kosten van verduurzamingsmaatregelen. Daarom zijn in 2020 de mogelijkheden onderzocht van een spaarinstrument.

Interventie: verschillende varianten van de Spaarbonus Woningverduurzaming

De Spaarbonus Woningverduurzaming is een fictief spaarinstrument waarbij woningeigenaren slechts 80% van het benodigde bedrag voor verduurzaming van hun woning hoeven te sparen. De overige 20% van het bedrag ontvangen zij als bonus in de vorm van een subsidie. Er zijn vier varianten van de spaarbonus onderzocht:

  • 20% bonus aan het einde 
  • 20% bonus aan het begin
  • 10% bonus aan het begin en 10% bonus aan het einde
  • iedere maand een klein percentage bonus.

Methode: online experiment

In totaal hebben 2.256 woningeigenaren die een woning hebben met energielabel C t/m G, deelgenomen aan het onderzoek. In het online experiment konden de respondenten voor een verduurzamingsmaatregel kiezen en werd daarna gevraagd hoe aantrekkelijk en hoe waarschijnlijk (op een 7-puntsschaal) zij verschillende manieren van financiering vonden. Het ging om: eigen spaargeld, de Energiebespaarlening, het verhogen van de hypotheek en één van de vier varianten (willekeurig bepaald) van de Spaarbonus Woningverduurzaming.

Resultaat: spaarbonus heeft potentie, 10%-10%-variant het meest aantrekkelijk

Het overgrote deel (65%-70%) van de deelnemers geef de voorkeur aan het gebruik van huidig spaargeld voor het verduurzamen van hun woning. Daarna wordt de Spaarbonus Woningverduurzaming als meest aantrekkelijk (28%) en waarschijnlijk (17%) gezien. Dit is signifcant meer dan bij de Energiebespaarlening en de hypotheekverhoging. De kosten van verduurzamingsmaatregelen hebben een grote invloed op welk financieringsmiddel deelnemers kiezen. Tot een bedrag van 10.000 euro is het huidig spaargeld het populairst, maar bij grotere bedragen van 25.000 of 50.000 euro is dat het verhogen van de hypotheek. De spaarbonus lijkt de meeste potentie te hebben bij bedragen van 5.000 tot 10.000 euro; dan geef circa 9% van de deelnemers aan voor de Spaarbonus Woningverduurzaming te kiezen.
Ook is gekeken naar de varianten van de spaarbonus. De variant met 10% bonus vooraf en 10% bonus achteraf blijkt het meest aantrekkelijk (32%) en waarschijnlijk (19%). Dit verschilde significant van de andere varianten.

Figuur: Combinatievariant spaarbonus verduurzaming met 10% aan begin en 10% aan eind wordt als meest aantrekkelijk en meest waarschijnlijk gezien om te gebruiken

Impact: potentieel spaarinstrument voor woningeigenaren

De resultaten uit dit onderzoek hebben geleid tot gesprekken met verschillende stakeholders (zoals beleidsmakers en banken) over de mogelijke implementatie van de spaarbonus. Dit biedt een kans voor woningeigenaren die hun woning willen verduurzamen, maar die daar (nog) niet de financiële middelen voor hebben. Op basis van het onderzoek schatten we in dat deze groep ergens tussen de 9% en 17% zal liggen van huishoudens met een koopwoning (geen flat of appartement) met energielabel C t/m G.

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Bekijk ook

Cookie-instellingen