Aanleiding: reductie buitenlandse dienstreizen door COVID-19
Door de uitbraak van COVID-19 zijn vanaf maart 2020 bijna alle buitenlandse dienstreizen geannuleerd of uitgesteld. Medewerkers hebben snel moeten omschakelen naar virtuele alternatieven, zoals videobellen, webinars of online platform. Dat deze barrière is doorbroken, bood de kans om te onderzoeken of dit gedrag vastgehouden kan worden om ook na COVID-19 minder dienstreizen te maken die te vervangen zijn. Dit draagt bij aan de CO₂-reductie en kostenbesparing.
Interventie: communiceren van een sociale norm
Onderzocht is of het communiceren van een sociale norm (‘normative framing’) een potentiële interventie is om het aantal buitenlandse dienstreizen na COVID-19 te verminderen. De interventie bestond uit het tonen van een nieuwsbericht. Daarin kwamen andere grote bedrijven aan het woord over de verwachte reductie van het aantal dienstreizen (zie afbeelding). Dit nieuwsbericht was echt verschenen in een bekende landelijke krant op 9 juli 2020, een maand voor het experiment.
Methode: RCT
Het effect is onderzocht in een Randomized Controlled Trial. Rijksambtenaren van de ministeries EZK en LNV die in 2019 minimaal één buitenlandse dienstreis hadden gemaakt, kregen per mail een uitnodiging om deel te nemen aan een online vragenlijst. In de ene enquête kregen de deelnemers het nieuwsbericht wel te zien, in de andere enquête niet. Om te bevorderen dat de deelnemers het nieuwsbericht daadwerkelijk lazen, verscheen de knop om naar de volgende pagina te gaan pas na 30 seconde. Deelnemers zijn willekeurig toegewezen aan de controlegroep (n=253) of de interventiegroep (n=253).
Resultaat: sociale norm positief effect op intentie en attitude
De interventie had een signifcant positief effect op de intentie om na COVID-19 vaker dienstreizen te vervangen door virtuele alternatieven. Aan de hand van de Theory of Planned Behaviour, is ook het effect gemeten van de interventie op de gedragsfactoren die ten grondslag liggen aan deze intentie. Er bleek een positief effect te zijn op de attitude, maar geen significant effect op de subjectieve norm (de mate waarin iemand sociale druk ervaart om zich te conformeren) of de waargenomen controle (de mate waarin iemand zichzelf in staat acht het gedrag uit te voeren). Daarnaast kwam uit de resultaten naar voren dat sommige typen dienstreizen (vergadering, presentatie, kennisdeling) zich beter lenen voor virtuele alternatieven dan andere typen dienstreizen (begeleiden minister, werk- of staatsbezoek).
Impact: aanknopingspunten voor toekomstig reisbeleid
Het communiceren van een sociale norm blijkt dus een positief effect te hebben op de intentie om vaker gebruik te maken van virtuele alternatieven voor dienstreizen. Vervolgonderzoek moet uitwijzen hoe deze intentie zich vertaalt in daadwerkelijk gedrag en wat de invloed van de sociale norm daarbij is. Een suggestie voor een interventie is het benoemen van een sociale norm bij het boeken van de dienstreis. Daarnaast zou er ook een CO₂-budget per organisatieonderdeel opgesteld kunnen worden voor buitenlandse dienstreizen. Hierbij ontvangen managers een bericht als hun organisatieonderdeel boven de gestelde norm zit.
Een vermindering van het aantal buitenlandse dienstreizen zal leiden tot minder CO₂-uitstoot. Dit draagt onder andere bij aan de CO₂-reductiedoelen van het klimaatakkoord en de coalitie Anders Reizen. De resultaten uit het huidige onderzoek worden benut voor het toekomstige reisbeleid binnen de ministeries EZK en LNV.