Aanleiding: verspreiding van jodiumtabletten nodig in ruimer gebied
Bij een kernongeval kan radioactief jodium vrijkomen. Bij het inademen kan dat in het lichaam terecht komen en op langere termijn schildklierkanker veroorzaken bij jonge mensen. De kans op zo’n ongeval is heel klein, maar als het gebeurt, scheelt het tijd als er jodiumtabletten bij de hand zijn. Door die tabletten in te nemen, neemt de schildklier minder radioactief jodium op. Tussen 2010 en 2015 zijn daarom tabletten verspreid in een kleine ring van omwonenden: tot 20 km afstand tot kerncentrales. In België en Duitsland is het verspreidingsgebied ruimer. Daarom is ook in Nederland besloten de verspreiding uit te breiden.
Interventie: tabletten en communicatie in gebied tot 100 km rond kerncentrales
In een ruimere ring rond kerncentrales zijn in het najaar van 2017 jodiumtabletten verspreid. Het gaat om gebieden in Nederland op 20 tot 100 km afstand van de centrales in Borssele, Doel, Tihange en Emsland. Hierbij ontvingen ouders van kinderen tot 18 jaar behalve jodiumtabletten een brief met informatie over de reden van de distributie en met instructies wat te doen na een kernongeval. Ook liep een publiekscampagne van de Rijksoverheid voor een bredere bewustwording. Voor het organiseren van deze jodiumdistributie en het opstellen van het informatiemateriaal is gebruik gemaakt van de inzichten uit eerder RIVM-onderzoek (2016) over de communicatie rondom stralingsrisico‘s. Aanbevolen werd meer uitleg te geven over gezondheidseffecten en een begeleidende brief op naam toe te voegen voor persoonlijke relevantie en een call to action (‘bewaar ze goed!’).
Methode: vragenlijsten na verspreiding en jaar later onder geadresseerden en niet-geadresseerden
Er zijn op twee momenten online vragenlijsten afgenomen via het panel van een onderzoeksbureau. De eerste was direct na verspreiding, in december 2017. De tweede was een jaar later, in december 2018. Dat gebeurde in drie verschillende groepen:
- ring 1 (n= 562): mensen tot en met 40 jaar, die binnen een straal van 0-20 km van een kerncentrale wonen. In deze ring heeft een deel van de inwoners geen nieuwe tabletten gekregen omdat zij deze al eerder tabletten hebben ontvangen
- ring 2 (n= 1468): ouders van kinderen tot 18 jaar die binnen een straal van 20-100 km van een kerncentrale wonen. In deze ring werden voor het eerst tabletten gedistribueerd en zijn brieven verstuurd
- restgroep (n=2954): mensen die niet in aanmerking kwamen voor distributie vanwege hun leeftijd of omdat ze geen kinderen hadden onder de 18 jaar, of omdat ze buiten de distributieringen woonden.
Deelnemers werd gevraagd of er tabletten waren ontvangen, en zo ja, hoe deze opgeslagen waren, wat ze vonden van de verstrekte informatie, in hoeverre ze zich zorgen maakten over de gevaren van kerncentrales en hun gedragsintenties bij een eventueel kernongeval. Er werd gekeken naar verschillen tussen de twee periodes en naar verschillen tussen de groepen. Een echte controlegroep was er niet. Wel konden de inventiegroepen met de restgroep worden vergeleken.
Resultaat: informatie was duidelijk, zorgen namen af
Iets meer dan 20% van de doelgroep zegt geen tabletten te hebben ontvangen. Van de ontvangers vond bijna 90% de begeleidende informatiebrief duidelijk en 70% wist na een jaar nog waar ze de tabletten hadden opgeborgen. Slechts 40% kon zich na een jaar nog de instructies herinneren. Het aandeel dat zich veel zorgen maakte over de gevaren van kerncentrales, nam tussen december 2017 en december 2018 af in alle ringen. De grootste afname (-25%) vond plaats in het nieuwe gebied, tussen de 20 en 100 km van een centrale.
Impact: nieuwe aanknopingspunten voor communicatie
De evaluatie laat zien dat de grootschalige distributie van jodiumtabletten gecombineerd met heldere informatie niet leidt tot een gevreesde toename in zorgen. De resultaten geven daarnaast heldere aanknopingspunten voor verbeteringen van de communicatie bij eventuele toekomstige distributieprojecten.